dinsdag, 10 september
Vannacht was er een korte onweersbui. Je zou verwachten dat die verkoeling bracht, maar deze niet. Als we opstaan en de camper uitstappen is het bloedheet, met een stevige wind. De eekhoorns waaien uit de boom.
We rijden op deze laatste dag naar een camping aan de rand van Toronto, maar we blijven vooral binnen, met de airco aan (ja die zit er ook in!). Uiteraard worden we ook hier verblijd met lange, lange treinen, vlak langs de camper. Dat is nu elke dag gelukt.
Wel grappig ook, we hadden onze eerste camping in Indian Harbour en deze laatste heet Indian Line. Het lijkt wel of hier vroeger Indianen waren..
We zijn ondertussen wel gewend geraakt aan alle rituelen die bij de camper horen, maar glijden af en toe toch nog uit. Zo waren we op de vorige camping vergeten de kleppen, die bij de afvoer van toilet en douche/gootsteen horen, open te zetten, zodat alle rotzooi van twee dagen rechtstreeks het riool had kunnen inspoelen. In plaats daarvan werd alles opgevangen in de vuilwatertanks. Net op tijd gemerkt voor vertrek van de camping, en dus hebben we ze nog kunnen legen. Het zou een flink geklots zijn geworden, onderweg. Ook een keer gebeurd: we gooien een emmer water door de wc om de rioolslang schoon te spoelen en het water blijft in de wc staan. Gottogot, verstopping denk je dan. Nee hoor, weer die klep vergeten open te zetten...
Als afsluiting nog wat merkwaardig Canadays beeldmateriaal
Opgevallen? Er staat nooit bij wanneer ze vallen..
iets te lang
rotstekening
Zo hou je hier dus de rommel van de straat
woensdag, 11 september
Deze laatste dag is een rare geworden. Zó heet dat je echt niet buiten kunt zijn. Er staan best wat campers rondom ons, maar er is werkelijk geen leven te bespeuren. Blijkbaar blijft iedereen binnen. We horen later op de radio dat het 36 graden is.
We ruimen onder het gezoem en geblaas van de airco op, vergaren uit de koelkast wat weggegooid moet en wat weggegeven kan worden (gelukkig blijkt de camperverhuurder een 'voedselbankbak' te hebben) en maken het een beetje schoon. We hoeven nog maar zo'n 70 km te rijden naar Fraserway, langs Toronto, nog even voltanken en dan hebben we het gehad. Een paar uur later rijden we een groot deel van deze rit opnieuw in de omgekeerde richting, maar nu met chauffeur in de Fraserway-shuttle naar het vliegveld. Daar zijn we al om 2 uur in de middag, terwijl we pas om half zeven vliegen. Er valt op dit vliegveld niks te beleven, dus we hangen rond, becommentariëren alles en iedereen en eten een te grote lunch. De vlucht gaat heel vlot, we vertrekken een kwartier te laat maar arriveren drie kwartier te vroeg! Wind mee, zeker... Op Schiphol staat Jeroen ons op te wachten, heerlijk.
Adieu Canada